MAY THE FORCE BE WITH YOU

“HEEEEEY” Schreeuw ik.
“IK BEN DIT GEZEIK ZOOOOO ZAT,
IK MAG ME HOOP IK TOCH WEL EENS WAT LANGER GROOT VOELEN?”
Ik blijf nog wat langer door brullen en foeteren tegen de grootste natuurmacht van de wereld, de zee.”Ja, ja…kleine golven grote golven, je hoeft mij niks te vertellen.
I don’t need this shit!”

Het is laat op de avond. Na mijn mediterende moment tijdens de zonsondergang ga ik eten, om daarna in het donker het kleine dichtst bijzijnde strandje op te zoeken.
Vaak om muziek te luisteren, maar vooral om te luisteren naar de golven die tegen de kliffen op spatten.

In het hoekje tussen de kliffen is het beschut en nog steeds niet koud, ondanks het feit dat het half oktober is.

Er is niemand. Dat weet ik zeker, want ik heb net nog gecheckt voordat ik stiekem een plasje ging doen achter een rots.

De rust die ik normaal krijg van deze passievolle dame ( want voor mij is de zee vrouwelijk) is vandaag ver te zoeken.
Ik voel me klein, kwetsbaar, alleen, in de steek gelaten en vooral gefrustreerd.
Ze lijkt me nu niet te kunnen geven wat ik nodig heb en we schreeuwen naar elkaar als twee woedende viswijven.

Ik verlies het.
Sputterend kruip ik terug in mijn hoekje tussen de kliffen.
Dan, na een paar minuten begin ik te zingen.
En ik zing alles wat er in me opkomt.
Soms struikelend over woorden, soms een couplet of refrein herhalend. Maar elk woord zingend alsof dit de laatste keer is.
Dan voel ik de eerste druppels.
Tijd om terug te gaan naar mijn hostel, voordat de regen volledig losbarst.

Halverwege het strand draai ik me nog één keer om:
“MORGEN IS HET WEG, AFGESPROKEN!

Een paar minuten later kom ik drijfnat aan in het hostel.

Maar ze heeft het begrepen